Mijn persoonlijk cultuurdragerschap --> Wie ben ik?

Ik ben opgegroeid in een gezin van 5, samen met mijn ouders en mijn oudere broers, een tweeling van 2,5 jaar ouder. 

0-4 jaar: Ik was een vrolijk, altijd opgewekt kind. Wel was ik ziek, en zat ik sinds mijn geboorte onder de uitslag. Mijn gehele eerste levensjaar kon de vinger niet gelegd worden op wat er met mij aan de hand was. Ik kwam niet aan en was veel te mager, waardoor ik mijn 1e verjaardag in het ziekenhuis doorbracht. Uiteindelijk werd bij mij een lactose-allergie geconstateerd. Ik werd ouder en mijn vrolijke persoonlijkheid bleef. Ik was vanaf het begin een echt vaderskindje. Mijn vader was mijn grote held en als er iets aan de hand was moest mijn vader altijd komen opdraven in plaats van mijn moeder. Mijn vader was naar de buitenwereld een wat gesloten, stugge man. Ik was de enige in het gezin die daar dwars doorheen prikte en ook de enige die dat kon maken. De band met mijn vader was ijzersterk. Ik wilde van alles leren, en keek er dan ook zeer naar uit om naar school te gaan.

4-6 jaar: Op school had ik het enorm naar mijn zin. Al bij de kleuters was ik vaak de vinden in de hoek waar de boeken stonden, en zo leerde ik mezelf een beetje lezen. Toen ik uiteindelijk klaar was om naar groep 3 te gaan kon ik al redelijk lezen en kon ik alle losse letters al schrijven. Schilderen vond ik ook heel leuk, maar vouwen en knutselen iets minder. Verkleedpartijtjes en rollenspellen vond ik geweldig, en dit deed ik naast lezen dan ook het liefst. Schooltje spelen was mijn favoriet, en dan was ik altijd de juf.

6-12 jaar: Ik ontwikkelde me goed op school. Voor vakken als rekenen, spelling, taal en lezen kreeg ik altijd hoge cijfers. De creatieve vakken als tekenen en knutselen vielen altijd lager uit, ik begon er ook steeds minder plezier in te krijgen omdat ik er niet zo goed in was. Het medicijngebruik voor mijn allergie begon zijn tol te eisen. Door de vele penicilline-kuren die ik als klein meisje had moeten slikken zijn mijn tanden gaan rotten. Gevolg daarvan was dat mijn volledige melkgebit in één keer eruit gehaald moest worden. Ik heb daarbij een enorme angst voor tandartsen ontwikkelt, waar ik tot op de dag van vandaag last van heb. Gelukkig heb ik een prachtig volwassen gebit teruggekregen, zonder ooit een bezoek te hebben moeten brengen aan een orthodontist. In de laatste twee jaar van de basisschool begon ik me te oriënteren op de middelbare school waar ik naartoe zou willen. Dat ik een HAVO-advies zou krijgen stond zo goed als vast.Daar was ik heel erg blij mee, want ik wist dat je havo nodig had om aan de pabo te mogen beginnen. Juf worden was al sinds groep 3 mijn grote droom. Ik sloot mijn basisschoolperiode in ons eigen dorp af en bereidde me voor op de lange fietstochten die ik zou gaan maken naar het RSG in Enkhuizen.

13-15 jaar: Het RSG was een leuke school, waar ik aardig wat vrienden had. Wel was ik onzeker geworden over mijn positie in groepen, en merkte ik zeker in het tweede en derde jaar van de HAVO dat het leren niet meer zo vanzelf ging als op de basisschool. Ik moest er harder voor gaan werken en dit was ik niet gewend. Planningen had ik nooit gemaakt en dit liep dan ook volledig mis. Ik vond het in zekere zin belangrijker om 'erbij te horen' dan om op mijn schoolresultaten te letten. Dit resulteerde in het feit dat ik op sociaal gebied alleen maar ongelukkiger werd en dat mijn cijfers zo waren gedaald dat ik aan het eind van havo 3 te horen kreeg dat ik moest blijven zitten. Dit was een keerpunt. Ik besloot het roer om te gooien en mijn 2e keer havo 3 op een andere school te gaan doen. Ik maakte met mezelf de afspraak dat ik op mijn nieuwe school alleen nog maar mezelf zou zijn, omdat je anders voordoen dan je bent geen enkele zin heeft.

15-18 jaar: Ik startte opnieuw in havo 3, maar dit keer op het Martinuscollege in Grootebroek. Mijn voornemen om vooral mezelf te zijn hielp enorm. Ik vond mijn zelfvertrouwen terug en binnen no-time had ik een fijne vriendengroep en een nieuwe beste vriendin, die nu nog steeds de beste vriendin is die ik me kan wensen. Thuis was nog altijd een warm bad van gezelligheid, met ouders en broers die mij in alles steunden en waar het altijd 'gewoon fijn' was. Iedereen was welkom bij ons thuis. Zowel mijn vrienden als de vrienden van mijn broers kwamen dan ook altijd graag bij ons over de vloer. In de weekenden werkte ik in de horeca. Ik dwong mezelf te leren plannen en deze planningen ook aan te houden. Dit scheelde enorm voor de chaos in mijn hoofd en ook nu op de pabo heb ik daar nog steeds heel veel profijt van. Ik stevende recht op mijn doel af: het havo-diploma. Onderweg ontdekte ik feestjes, ging op zaalvoetbal met vriendinnen, ik haalde mijn scooterrijbewijs, leerde om te gaan met het gebruik van alcohol en fietste na een feestje steevast met mijn broers naar huis. Ik wist namelijk dat ik niet op een bepaalde tijd thuis hoefde te zijn als ik maar met hen mee fietste; voordeeltje voor mij. Ik maakte mijn eindexamen en haalde in een 10 daagse cursus in één keer mijn autorijbewijs. Vervolgens hoorde ik dat ik mijn diploma kon komen halen. 

18-19 jaar: Ik begon op de pabo aan Inholland in Alkmaar. Al snel kreeg ik door dat ik mezelf goed had ingeschat en dat het lesgeven heel goed bij mij paste. Wat minder bij mij paste was Inholland zelf. De 'zoek het maar uit en als je het fout doet hoor je het wel' cultuur die daar heerste paste totaal niet bij mijn manier van leren en werken. De chaos keerde terug in mijn hoofd en ik wist niet meer hoe ik eruit moest komen. Daarnaast lag ik overhoop met een docent (mijn kerndocent) die me telkens bleef vragen of ik wel het goede beroep had gekozen. Ik besloot dat het klaar was, maar dat ik mijn droom absoluut niet op zou geven. Ik wist namelijk zeker dat het beroep van leerkracht wel degelijk het best bij mij paste. Ik stopte op Inholland en meldde me aan op de HvA in Amsterdam om daar het volgende schooljaar te beginnen. Ik haalde de toelatingstoetsen en pakte vanaf september 2015 een andere trein naar school.

19-20 jaar: De pabo in Amsterdam voelde bij mij direct goed. Anders dan bij Inholland was het verplicht om in Amsterdam stage te lopen. Ik ontdekte de verschillen tussen het onderwijs in Amsterdam en het onderwijs in mijn eigen dorp. Ik maakte kennis met hert begrip cultuurverschillen. Het drong tot me door dat het leven in mijn eigen omgeving, op een uurtje afstand, zo anders is dan in Amsterdam. Daar moest ik aan wennen, maar ik vond het vooral heel fijn om kennis te maken met alle (voor mij) nieuwe culturen en andere denkwijzen. Ik kan stellen dat onderwijs krijgen en onderwijs geven in Amsterdam een grote bijdrage heeft geleverd aan mijn ontwikkeling tot een ander, ruimdenkender mens. Ik leerde mijn huidige vriend kennen, en kreeg zo een andere vriendengroep erbij. Ik werkte hard en haalde mijn propedeuse in 1 jaar. Ook in het tweede jaar bleef ik strakke planningen maken, hard werken, genieten van het lesgeven en daarmee sleepte ik ook dit jaar alle punten binnen. 

21-22 jaar (nu): De keuze voor de profilering oudere kind was voor mij een goede. Ook moest ik kiezen welke minor ik wilde gaan volgen, maar dit wist ik al lang. Ik wilde met mijn minor naar Suriname, om daar onderzoek te doen naar hoe het onderwijs daar verbeterd kon worden. Ik meldde me aan en werd toegelaten. Mijn onderzoek werd goed gekeurd en ik kon me gaan voorbereiden op de reis. Ondertussen liep ik een geweldige stage in groep 8, wat ik al heel lang wilde. Ik kocht mijn eerste eigen auto, die ik samen met mijn vader ging ophalen. De opdrachten en tentamens verliepen soepel. Mijn vriend en ik keken al een tijdje naar huizen en in oktober 2017 kochten wij ons eerste huis. We lieten de mensen van het huis weten dat zij ruim de tijd konden nemen een ander huis te zoeken, omdat ik van februari tot half april naar Suriname zou gaan. We spraken af om de overdracht op 1 mei te zetten. Ik werkte hard voor de tentamens die in januari aan bod zouden komen, plande mijn reis naar Suriname, en begon al voorzichtig uit te kijken naar meubels, verf en andere spullen voor in het huis. Toen kwam de klap. Op 1 december merkte ik thuis aan mijn vader op dat zijn mond wat scheef hing. Zelf maakte hij zich geen zorgen, maar mijn moeder deed dat wel. De volgende dag ging mijn vader (onder lichte dwang van mijn moeder) even naar het ziekenhuis om te laten checken of alles in orde was. Een paar uur later werd ik van mijn werk gehaald en kreeg ik te horen dat mijn vader een zeer grote hersentumor had, dat het diep en in het midden van zijn hoofd zat en dat hij nog een dag mee naar huis mocht om vanaf maandag aan onderzoeken te gaan beginnen. Ik was lamgeslagen. Zondag 3 december drong ik erop aan om ondanks alles toch Sinterklaas te vieren, omdat we niet zouden weten wat ons te wachten stond en wanneer we het anders misschien zouden kunnen doen. Het werd een gezellige avond, maar met een zure smaak. Omdat ik de volgende dag stage moest lopen gingen mijn vriend en ik op tijd naar bed. Ik nam mijn vader even apart en zei op enigszins strenge toon dat hij me niet in de steek mocht laten. Hij gaf als antwoord dat hij dat niet kon beloven. Toen wist ik dat het mis zat. Ik ken mijn vader goed genoeg om te weten dat hij anders wel een ander antwoord had gegeven. Ik werd 's nachts uit mijn bed gehaald omdat het fout zat, we moesten naar het ziekenhuis. Daar aangekomen hoorden we dat de tumor was ontploft en dat het over was. Binnen anderhalve dag na de diagnose waren we hem kwijt. Mijn moeder en broers stortten in, ik schoot op slot en dacht alleen nog maar praktisch na. Ik heb die week alles geregeld, heb mijn reis naar Suriname afgezegd en heb me zonder over ook maar iets na te denken me vol gestort op een andere minor. Op die manier heb ik ook mijn derde jaar pabo afgesloten met alle punten op zak. Pas toen kon ik mijn verdriet eruit gooien. De dood van mijn vader heeft me veranderd. Ik ben anders naar het leven gaan kijken en heb kwaliteiten van mezelf ontdekt waarvan ik eerst niet wist dat ik ze had. Ik heb geleerd om te genieten van het leven, omdat ik me meer dan ooit bewust ben dat het voor je het weet over kan zijn. Ik heb ontdekt dat ik ondanks zware tegenslagen ga voor mijn passie; leerkracht worden. Ik heb geleerd stil te staan bij mooie momenten, maar ook bij zware momenten, omdat ik niet zomaar overal overheen kan walsen en de dingen als vanzelfsprekend aan kan nemen. Ik heb geleerd dat mijn relatie en vriendschappen gebaseerd zijn op onvoorwaardelijke liefde,  en daar ben ik erg dankbaar voor. Ik straal mijn karakter uit tijdens mijn lessen, door de leerlingen mee te geven wat in mijn ogen belangrijk is in het leven, en tegelijkertijd open te staan voor alles wat voor hen van belang is. Dit laatste jaar pabo zal ongetwijfeld ook nog verder gaan met vallen en opstaan, maar ik ben er klaar voor om dat diploma op te halen.